Doorgaan naar hoofdcontent

Open grenzen droegen niet bij aan een sterkere economie

Het slinkende Nederlandse aandeel in het BNP van de wereld

Tussen 1930 en 2008 verloor de Nederlandse economie bijna de helft van haar aandeel in de wereldwelvaart. Dat blijkt uit cijfers van de Universiteit van Groningen en wijlen professor Angus Maddison. Het zogeheten bruto binnenlands product (bbp) steeg in absolute aantallen, maar daalde relatief gezien van 1,6% tot 0,8% van het totale wereld-bbp.

Die relatieve daling beïnvloedt de economische slagkracht. In verhouding tot de rest van de wereld werd Nederland economisch gezien zwakker. Net als bij een gevoelstemperatuur steeg de relatieve welvaart, maar vooral omdat Nederlandse vrouwen besloten veel minder kinderen te krijgen. Kleinere gezinnen vergroten de beschikbare rijkdom per kind.

Vanwege een tekort aan eigen kinderen kwamen de eerste gastarbeiders vanaf 1960 graag het vuile werk opknappen om onze economie draaiende te houden. In een eeuw tijd groeide het aantal allochtonen van minder dan 1% tot meer dan 20% van de totale bevolking, van een schamele vijftigduizend buitenlanders anno 1900 tot bijna vier miljoen allochtonen in 2015.

De helft van al die allochtonen kwam uit niet-westerse landen. Dat is overigens exclusief derde en vierde generaties Turken, Surinamers en Marokkanen, generaties die het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) inmiddels tot autochtonen rekent. (Tegenwoordig heten autochtonen “mensen zonder een migratie-achtergrond”.)

Grafiek 1. Nederlands aandeel wereld-bbp (1900-2008).

De bovenstaande grafiek toont de relatieve kracht van de Nederlandse economie ten opzichte van de rest van de wereld, gemeten langs het Nederlandse bbp-aandeel in het wereld-bbp. De Nederlandse economie bevindt zich wat betreft relatieve slagkracht bijna terug op het dieptepunt van vlak na de Tweede Wereldoorlog.

Dat zegt wel iets over de staat van onze samenleving. Ondanks open grenzen, ondanks massamigratie en ondanks de multiculturele samenleving wist de Nederlandse economie—tot grote verbazing van linkse politici—haar aandeel in de wereldwelvaart niet te verdedigen. In normale mensentaal: de vele allochtonen versterkten de Nederlandse economie niet.

Het zou echter verkeerd zijn om allochtonen de schuld te geven voor onze economische verzwakking. Die verzwakking kwam namelijk van binnenuit. Juist verliezende economieën zoals de Nederlandse kunnen het niet langer veroorloven hun grenzen en hun welvaart tegen indringers te verdedigen. Bij gebrek aan economische slagkracht gaan de grenzen noodgedwongen open.

Massa-immigratie moet men daarom niet zien als oorzaak, maar als het gevolg van economische daling. Maar wat veroorzaakte die daling dan wél?

Grafiek 2Gemiddeld aantal kinderen per Nederlandse vrouw (1900-2015).

Sinds het jaar 1900 nam het gemiddeld aantal kinderen per Nederlandse vrouw sterk af. Tussen 1900 en 1990 kromp het gezin van gemiddeld 4,5 kinderen tot amper iets meer dan 1 kind. Sindsdien nam de gezinsgrootte weer toe, tot iets meer dan 1,5 kind per vrouw.

Die recente toename van de gezinsgrootte moeten we vooral zoeken bij allochtone vrouwen die tot wel drie keer zoveel kinderen baren als autochtone. Zet de trend zich zo voort dan worden autochtone Nederlanders nog voor het jaar 2100 een minderheid in eigen land.

Grafiek 3Nederlandse bevolking inclusief allochtonen (1900-2015).

Sinds ongeveer 1980 stagneert de autochtone bevolkingsomvang, die al bijna veertig jaar lang rond de 13,5 miljoen inwoners is blijven schommelen. Het is verleidelijk om te denken dat ‘wij autochtonen’ heus nog wel de meerderheid zullen blijven, maar dat is een gevaarlijke misvatting. Door de sterke vergrijzing langs autochtone zijde is het aandeel vruchtbare autochtone vrouwen niet veel groter dan dat van vruchtbare allochtone vrouwen.

Door genoegen te nemen met minder welvaart kunnen allochtone vrouwen de strijd om bestaansrecht makkelijk winnen. De rijke Amsterdamse mevrouwen rijden liever een Porsche dan een babywagen. Hoe lang nog zal de steeds kleiner wordende groep vruchtbare autochtonen kunnen concurreren met de baarmoeders uit Afrikaanse en Arabische landen?

Grafiek 4. Aandeel Nederlands wereld-bbp (linker as) tegenover aandeel allochtonen en netto-immigratie (rechter as).

In de vierde en laatste grafiek hierboven heb ik nogmaals het Nederlandse bbp-aandeel van de wereld geplot. Daarnaast staat (in het rood) de groei van het allochtone bevolkingsaandeel, relatief ten opzichte van de totale bevolking. In het geel staat het relatieve deel van de bevolking dat sinds 1960 door migratie het land binnenkwam.

Hier zien we duidelijk wat autochtonen te wachten staat. Onze economie is niet meer in staat met de wereld te concurreren. Allochtone indringers maken daar gebruik van. Dankzij open grenzen weten zij onze economie met hun eigen kinderen te bevolken. Desalniettemin hebben allochtonen netto niets bijgedragen aan onze relatieve economische slagkracht.

Willen we het tij nog keren? Dan zullen autochtone vrouwen weer veel meer kinderen moeten gaan baren, veel meer dan hun strijdvaardige allochtone collega’s.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Demografische ontwikkelingen in Nederland

Hoeveel inwoners van het huidige Nederland stammen af van de bevolking die in 1950 in dit gebied woonde? Grafiek 1. In 2020 was van Nederlanders boven de 50 jaar 88% autochtoon. Onder de 50 jaar net 54%. Bron: CBS Kunnen we de omvolking niet gewoon in beeld brengen? Ja, dat kan. Ook met behulp vande omfloerste gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek. Zie het bovenstaande resultaat in Grafiek 1. Nederlanders boven de 50 jaar zijn nog 88% autochtoon. Onder de 50 jaar is dat maar 54%. Tegen het jaar 2030 kunnen autochtonen al een minderheid in eigen land zijn, en rond het jaar 2080 kunnen autochtonen — wegens het aanhoudende gebrek aan kinderen — al zijn uitgestorven. De CBS-trucendoos Sinds 2016 bestaan allochtonen volgens het CBS niet meer. Ze spreken voortaan van “personen met een migratie-achtergrond”. Dat zijn mensen van wie ten minste één ouder in het buitenland werd geboren. Deze definitie telt alleen eerste en tweede generaties allochtonen mee. Vervolgens verstopt het CB...

Winnaars en verliezers van wereldoorlogen

Economische opbrengsten en verliezen van deelnemers gemeten naar het bruto binnenlands product Wie wonnen de Eerste en Tweede Wereldoorlog? Volgens de geschiedenisboeken verloor Duitsland beide en won Amerika beide. Economische data ondersteunen het historische logboek. Door het aandeel in het wereld-bbp, of bruto binnenlands product, van de deelnemers met elkaar te vergelijken wordt duidelijk wie het meeste aan de wereldoorlogen hebben verdiend. De Eerste Wereldoorlog Grafiek 1. Winsten en verliezen gemeten in aandeel wereld-bbp voor WO1 (1914-1918). Hoe de grafiek te lezen: de grafiek toont het absolute winst/verlies wat betreft het aandeel van het wereld-bbp, wat zelf een % is. Bijvoorbeeld, Duitsland verloor 3% van het absolute aandeel in het wereld-bbp, namelijk van 11% gezakt naar 8%. Relatief gezien zou dat een verlies van bijna 28% (3%/11%) van ‘s lands national economische macht zijn geweest. Duitsland (-3%), Frankrijk (-2.6%) en India (-2.3%) lijken de grootste verliez...

Het Westen tegen de Rest

 Afnemende westerse macht, een prikkel voor oorlog? Hoe staan beschavingen economisch gezien in verhouding tot elkaar? Als we de wereld in grofweg negen beschavingen opdelen, dan kunnen we het bruto nationaal product (bnp) van hun nationale lidstaten bij elkaar optellen.  (1)  Daarmee kunnen we per beschaving het relatieve aandeel van de wereldeconomie meten. Economen hebben het nut van het bnp als financiële meetwaarde al lang in twijfel getrokken, maar voor dit onderzoek kijk ik alleen naar de relatieve verschillen. Ik definieer economische kracht als het relatieve voordeel dat een partij boven anderen heeft. De negen beschavingen gebruikt voor deze studie zijn: de westerse (West-Europa, Noord-Amerika en Australië), de sinische (China en haar satellietstaten), de orthodoxe (Rusland, voormalige Sovjetstaten en Griekenland), de Latijns-Amerikaanse , de Japanse , de islamitische (inclusief de Arabische wereld, Turkije, Noord-Afrika, de eilanden in Oceanië en Iran), ...